Van 1980 tot 1994 was ik lid van de Dordtse, maar door mijn drukke baan ben ik een paar jaar gestopt. In 2002 ben ik weer gaan roeien. Omdat ik een vaarbewijs heb is mij toen gevraagd om mee
te helpen met de jaarlijkse roeitocht van het aangepast roeien. Ik moest met het vletje van de Haven rolstoelen, tafels en stoelen naar het strandje aan de Merwede brengen. In 2006 kreeg ik meer tijd en kon ik wekelijks assisteren bij het aangepast roeien. Nu coördineer ik de woensdagochtenden. Daarnaast ben ik secretaris van de Stichting Aangepast Roeien Dordrecht en Omstreken en van de Vrienden van de STARDO.
In Dordrecht bestaat het aangepast roeien sinds 1981. In het begin werd er alleen ’s zomers geroeid. Op de plek waar nu het indoorcentrum is stond een portocabin waar je kon schuilen, wachten en koffiedrinken. In de opzet van het nieuwe roeigebouw van de Dordtse was ook een indoor roeicentrum opgenomen dat uiteindelijk kon worden gerealiseerd. Het is in 2006 in gebruik genomen. Er zijn in Nederland nog een paar verenigingen die zo’n voorziening hebben. Wij hebben zelf een aantal aanpassingen ontwikkeld die uniek zijn, zoals een vast stoeltje en een rolrigger. Ook een buitenvlot met insteekhaven waar de boot aan twee kanten kan worden vastgehouden zie je verder nergens. Van de Gemeente Dordrecht krijgen we een beperkte subsidie, de deelnemers betalen jaarlijks een bijdrage en verder zijn we afhankelijk van giften om de jaarlijkse kosten te dekken. In 2012 is hiervoor de “Stichting Vrienden van de Stichting Aangepast Roeien Dordrecht en Omstreken” in het leven geroepen.
Onze roeiers hebben verschillende beperkingen. We houden altijd een intakegesprek met mensen die zich aanmelden, onder andere om te kunnen beoordelen of roeien een bijdrage aan de therapie zou kunnen zijn en of het voor onze vrijwilligers mogelijk is om de nieuwe deelnemer te begeleiden. Soms vragen we de fysiotherapeut van een deelnemer een tochtje mee te varen om ons advies te geven. Met een aantal begeleiders worden technische aanpassingen bedacht en uitgevoerd. Als het nodig is laten we voor een deelnemer speciaal materiaal maken, vorig jaar waren dat heel lichte boordriemen.
Door de stroming op het Wantij kan het roeien voor sommige deelnemers behoorlijk zwaar zijn. Daarom moet er heen altijd tegen de stroom in worden geroeid, de terugweg is dan minder vermoeiend. De deelnemers zijn ook verplicht een zwemvest te dragen. Toen ik hier kwam heb ik al snel ingevoerd dat de begeleiders op boeg scullen, ook als de deelnemer een boordroeier is. Als er dan wat gebeurt kom je altijd makkelijk met de stroom terug bij het vlot.
Eric bij vlot klIn 2002 werd ik ook direct “gestrikt’ voor de toercommissie van de Dordtse, daar ben ik eind vorig jaar mee gestopt. Toen Dirk nog bootsman was kwam er iedere week een groepje roeiers in de loods helpen met reparaties aan de boten, de zogenaamde MOP (maandagochtendploeg). Ook daar werd ik al snel ingeschakeld om mee te denken bij het oplossen van technische problemen. Nu ben ik coördinator van de MOP: we bespreken met elkaar de mogelijkheden voor reparaties en voeren deze dan uit. We houden ook het gebouw, de vlotten, steigers en groenvoorziening bij.
Eigenlijk ben mijn hele leven op of met het water bezig: eerst bij de zeeverkenners, daarna van stuurmansleerling tot kapitein op de grote vaart, toen van leerling maritiem schade-expert tot directeur van een schade-expertisebedrijf en nu ben ik zeker drie dagen per week op de roei. Daarnaast heb ik een zeilboot en ga als het even kan graag zeilen.
Dit was het laatste interview in de serie “Roeien met de riemen die je hebt”.
Interview met Eric Alles, coördinator woensdagochtend, secretaris SGD&O en Vrienden SGD&O
Liesbeth Harrewijn, 2 april 2014